Net als met het zaalvolleybal systeem bestaan er verschillende soorten en varianten op het beachvolleybal systeem. In dit artikel leggen we een basis beachvolleybal verdediging systeem uit.
Dit systeem is een voor een basis verdediging. Hiermee gaan we uit van 1 verdediger en 1 blokkeerder (die kan aflopen. Verder geef ik je ook een oefening waarmee je dit systeem goed kunt oefenen.
De basis
Bij dit systeem wordt ervan uit gegaan dat beide spelers kunnen blokkeren en beide kunnen verdedigen. Je werkt dus niet met 1 hoofdblokkeerder en 1 hoofdverdediger zoals je dit op hoog niveau ziet. Bijvoorbeeld het Beachvolleybal Nederland team Raïsa Schoon & Katja Stam. Hier is Raïsa Schoon de blokkeerder en Katja Stam de verdediger.
Diegene die aan het net staat geeft aan wat je dicht zet. Dit geeft hij of zij aan met de hand. Waarbij er verschillende signalen in omloop zijn. Het dichtzetten van het veld houdt in waar je je blok zet. Zet je die bijvoorbeeld rechtdoor dicht, dan betekent dat dat de tegenstander niet direct rechtdoor kan slaan omdat daar jouw blok hangt.
Logischerwijs gaat de verdediging dan in de diagonaal zitten, want hier dwing je de aanvaller heen te slaan. Een andere optie is om het blok diagonaal te zetten. Dan gaat de verdediger in de rechtdoor zitten. Wanneer de tegenstander toch over het blok heen slaat zal dit met een boogballetje zijn. Deze is er dan voor de verdediger uit te lopen.
Signalen
Blok rechtdoor
Er zijn meerdere signalen die worden gegeven. Sommige verenigingen spelen met een hand open- hand dicht signaal. Waarbij hand dicht aangeeft dat de rechtdoor gesloten is. Een ander veelvoorkomend signaal is door een 1 aan te geven. Dit doe je door 1 vinger uit te steken.
Wanneer het blok rechtdoor staat heeft de verdediger (rood streepje in het achterveld) het gehele blauwe gedeelte. Hetgeen wat afgedekt is door de blokkeerder (rood streepje bij het net) heeft een zandkleur. Het groene stipje moet de bal voorstellen en de andere rode kleur is de tegenspeler.
Blok diagonaal
Om het blok diagonaal te zetten geeft de persoon aan het net een open hand aan, of hij steekt twee vingers op. Hier zie je dat de verdediger (rode streepje achterin) in de rechtdoor zit. Hij verdedigt het gehele blauwe gebied. Terwijl het zandkleurige gebied wordt afgeschermd door de aanvaller.
Twee handen
De speler aan het net geeft met twee handen aan wat hij of zij blokkeert.
De hand links staat voor de tegenstander links en de hand rechts slaat op de tegenstander rechts.
Bijvoorbeeld in de afbeelding, dan gaat ze rechtdoor blokkeren voor een aanval op links en diagonaal voor een aanval op rechts. Wanneer ze afloopt zal ze ook naar linksachter gaan.
Aflopen
Heel leuk allemaal, maar wat nou als de set helemaal niet goed komt? Wanneer de set van de tegenstander ver uit het net komt is het helemaal niet handig om te blokkeren. Dit zorgt er namelijk voor dat de verdediger een te groot gebied heeft om te verdedigen.
Wanneer dit gebeurd moet je aflopen. De blokkeerder verlaat de positie bij het net en verdedigd in het gebied dat hij of zij net heeft verteld te gaan afblokken.
Wat moet je verdedigen?
Wanneer je afloopt heb je dus geen blokkering meer. Maar wat moet je precies verdedigen? De blokkeerder pakt alle korte ballen, en de verdediger alle diepe ballen. Om het een beetje duidelijk te maken heb ik een tekening gemaakt van een situatie.
Blauw = ballen in het blauwe gebied zijn voor de verdediger achter
Oranje = ballen in het oranje gebied zijn voor de verdediger achter
Roze = ballen in het roze gebied zijn afhankelijk van of de bal geslagen/getikt wordt / wie er roept / wie er gaat.
Belangrijke aandachtspunten:
1) De laatste die de bal over het net heen speelt wordt de blokkeerde speler.
2) Je hebt dus géén vast kant, maar verdedigd afhankelijk waar de aanvaller is.
3) Aflopen als blokkeerder doe je door je eerste pas met de voet die het dichtst bij de lijn is te starten.
4) Je verdedigt jouw gebied zo goed als je kunt!
Oefening beachvolleybal spelsituatie aflopen
Klik op de afbeelding voor een grote versie van de afbeelding in een nieuw tabblad.
Legenda:
Blauwe lijnen: volleybalveld
Rode lijn: speler
Groene stip: volleybal
Zwarte pijlen: beweging van de bal
Grijze pijlen: beweging van de spelers
Wat er per situatie gebeurd:
1) Bovenste helft: Pass wordt gegeven (naar voren, 1,5 m naar opzij).
2) Bovenste helft: Set wordt naar het net gegeven, rechtshandige aanvaller. Aanvaller loopt in.
3) Onderste veldhelft: Blokkeerder loopt af. Bovenste veldhelft: Setter loopt weg. Aanvaller valt aan.
4) Onderste veldhelft: Het was een korte bal, de afgelopen blokkeerder pakt deze en passt deze hoog dichtbij zich. De setter loopt in. Bovenste veldhelft: blokkeerder bij het net, achter verdediger gaat diagonaal staan.
5) Onderste veldhelft: setter geeft set. Bovenste veldhelft: blokkeerder beslist: blokken/aflopen.
6) Bovenste veldhelft: blokkeerder loopt af. Onderste veldhelft: aanvaller valt aan. Setter loopt naar achteren.
7) Aanval was op de diagonaal achterin. Bovenste speelhelft: verdediger passt, de ander loopt naar setter positie. Onderste speelhelft: blokkeerder schuift mee met de bal. Verdediger gaat in de diagonaal staan.
8) Bovenste veldhelft: set wordt gegeven, verdediger komt naar voren voor aanval. Onderste spelhelft: blokkeerder keuze (afhankelijk van set): aflopen of blokkeren.
9) De spelsituatie is nu weer omgekeerd. Deze oefening kan zo verder blijven lopen.
Opbouw van de oefening:
1) Makkelijk onderhands + altijd in 3 keer spelen
2) Makkelijk onderhands 3x goed, vervolgens moeilijk onderhands + altijd in 3 keer spelen
3) Moeilijke onderhandse/hard contact ballen+ altijd in 3 keer spelen
4) Alles mag